Treasurybeheer
Bij het treasurybeheer onderscheiden we de volgende deelfuncties:
Risicobeheer (renterisico's en kredietrisico's);
Kasbeheer;
Gemeentefinanciering.
Risicobeheer
Risicobeheersing vormt één van de pijlers van de wet Fido. In beginsel kunnen de risico’s die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie worden onderscheiden in renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Voor onze gemeente zijn de twee laatstgenoemde risico’s niet van toepassing, want onze gemeente heeft geen vrij verhandelbare aandelen en dergelijke en leningen worden uitsluitend verstrekt, aangegaan of gegarandeerd in euro’s.
Renterisico's
Renterisico kortlopende schuld
Het financieren van de gemeentelijke huishouding door middel van kortlopende geldleningen en de kredietfaciliteit bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is gebonden aan de norm die de kasgeldlimiet van de Wet Fido stelt: 8,5% van het begrotingstotaal per 1 januari van het begrotingsjaar. Voor het begrotingsjaar 2020 geldt naar verwachting voor onze gemeente de volgende kasgeldlimiet:
Kasgeldlimiet | |
---|---|
Begrotingstotaal | 87.449 |
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage | 8,50% |
Kasgeldlimiet | 7.433 |
De gemeente verwacht dat de kasgeldlimiet in 2020 niet wordt overschreden.
Renterisico langlopende schuld
Met de renterisiconorm is in de wet Fido een norm gesteld voor het renterisico op langlopende opgenomen leningen. Op onderstaande Modelstaat B moet de gemeente aan de Provincie rapporteren over het renterisico gedurende een periode van vier jaren. De herfinanciering van jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen van lopende geldleningen mogen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het renterisico wordt getoetst aan het bedrag van de renterisiconorm.
De volgende tabel geeft de renterisiconorm weer die voor 2020 en de jaren daarna in acht genomen moet worden.
Modelstaat B | Jaar | ||||
---|---|---|---|---|---|
Stap | Variabelen renterisiconorm | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
-1 | Renteherzieningen | - | - | - | - |
-2 | Aflossingen | 4.000 | 4.000 | - | - |
-3 | Renterisico (1+2) | 4.000 | 4.000 | - | - |
-4 | Renterisiconorm | 17.490 | 17.490 | 17.490 | 17.490 |
(5a) = (4>3) | Ruimte onder renterisiconorm | 13.490 | 13.490 | 17.490 | 17.490 |
(5b) = 3>4) | Overschrijding renterisiconorm | - | - | - | - |
Berekening Renterisiconorm | |||||
(4a) | Begrotingstotaal 2020 | 87.449 | 87.449 | 87.449 | 87.449 |
(4b) | Percentage regeling | 20% | 20% | 20% | 20% |
(4) = (4a x 4b/100) | Renterisiconorm | 17.490 | 17.490 | 17.490 | 17.490 |
Uit de tabel blijkt dat we de renterisiconorm in 2020 niet zullen overschrijden.
Kredietrisico’s
Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren:
Het risico verbonden aan door de gemeente verstrekte leningen en uitgezette beleggingen (deposito’s);
Het risico verbonden aan door de gemeente verstrekte directe en indirecte borgstellingen.
De Wet Schatkistbankieren beperkt de beschikkingsbevoegdheid over de eigen middelen van de gemeente Diemen. Tevens maakt het fondsvorming voor specifieke doeleinden onmogelijk. Verder dient de gemeente Diemen dagelijks overtollige liquide middelen naar de schatkist af te romen, evenals eventuele tekorten uit te zuiveren. Hierdoor zijn er geen risico's op deposito's voor de gemeente Diemen. Bij door de gemeente verstrekte langlopende leningen is tot nu toe geen enkele geldnemer in gebreke gebleven bij zijn betalingsverplichting. Er zijn geen aanwijzingen dat daarin in de komende jaren verandering optreedt.
Bij door de gemeente Diemen verstrekte gemeentegaranties in de vorm van directe borgstelling is tot nu geen enkele geldnemer in gebreke gebleven. Er zijn geen aanwijzingen dat dit in de komende jaren anders zal zijn. Bij de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) bekleedt de gemeente een achtervangpositie. Hierdoor staat de gemeente indirect borg voor de langlopende leningen die onder directe borging van het WSW aan woningcorporaties zijn verstrekt en voor de hypothecaire geldleningen (met Nationale Hypotheek Garantie) die onder directe borging van het WEW aan particulieren zijn verstrekt. Beide stichtingen hebben laten weten dat zij voor de jaren 2019-2022 geen aanspraak verwachten op de achtervangfunctie.
Kasbeheer
In het kader van het kasbeheer zien wij erop toe dat ook in 2020 de liquiditeitspositie voldoende garandeert dat de gemeente tijdig aan kortlopende verplichtingen (korter dan 1 jaar) kan voldoen. Zo nodig zal hierbij gebruik gemaakt worden van de kredietfaciliteit van € 5 miljoen die de gemeente bij de BNG heeft of gebruik gemaakt worden van kasgeldleningen. Hierbij vindt ook afweging van de kosten plaats.
De Gemeentefinanciering
Voor de financiering van de diverse investeringen trekt de gemeente langlopende leningen (langer dan 1 jaar) aan. Per 1 januari 2020 heeft de portefeuille langlopende leningen een omvang van € 45 miljoen. Het is sterk afhankelijk van nieuwe investeringswensen (scholenbouw, uitbreiding sportaccommodaties en infra) en de inkomsten uit grondexploitaties of subsidieregelingen of er in de komende jaren extra financiering nodig is.
Tussen 2020 en eind 2023 vervalt er € 8 miljoen aan langlopende leningen. De komende jaren zullen wegens de vele investeringen nieuwe leningen aangetrokken moeten worden.
Dividend en rentebaten van leningen
Het volgende overzicht geeft de mutaties weer in het verloop van de dividenduitkeringen en rentebaten die we de komende jaren verwachten te ontvangen.
Dividend en rentebaten van leningen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Dividend | 104 | 104 | 104 | 104 |
Langlopende leningen (u/g) | 40 | 40 | 40 | 40 |
Kortlopende leningen (u/g) | - | - | - | - |
Totaal | 144 | 144 | 144 | 144 |
Voor de begroting 2020 houden wij rekening met een dividenduitkering van € 104.000. Naar verwachting zal dit de komende jaren aanhouden.
De rentebaten van hypothecaire leningen aan ambtenaren vormen het merendeel van de rente over uitstaande langlopende leningen (u/g). Sinds 2009 mogen geen hypothecaire leningen meer worden verstrekt. Door aflossingen op de hypotheken neemt de rentebaat uit deze bron hierdoor de komende jaren langzaam af.
De te ontvangen rente van kortlopende uitstaande leningen (u/g) blijft nihil. Voor 2020 en daarna is de verwachting dat de financieringspositie niet toereikend is om inkomsten hieruit te genereren.
Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit het saldo van:
De werkelijk betaalde rente over aangetrokken leningen en opgenomen middelen in rekening courant ('rood-stand');
De werkelijk ontvangen rente over verstrekte leningen en credit-saldi in rekening courant.
Het volgende overzicht geeft het verloop weer van het geraamde saldo van de financierings-functie voor de meerjarenbegroting tot en met 2023.
Saldo financieringsfunctie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Betaalde rente langlopende leningen o/g | -1.150 | -1.200 | -1.250 | -1.300 |
Betaalde rente kortlopende leningen o/g | -5 | -5 | -5 | -5 |
Ontvangen rente langlopende leningen (u/g) | 40 | 40 | 40 | 40 |
Ontvangen rente kortlopende leningen (u/g) | - | - | - | - |
Totaal | -1.115 | -1.165 | -1.215 | -1.265 |
Door onder andere de grondopbrengsten uit Plantage De Sniep ontvangen we geld zodat we minder geld hoeven te lenen. Echter om de € 50 miljoen aan investeringen te kunnen financieren is het nog steeds nodig langlopende geldleningen aan te trekken. Dit is terug te zien in de oplopende rentelasten voor langlopende leningen in de komende jaren.