Algemene uitkering

Ontwikkeling Algemene uitkering (AU)

2020

2021

2022

2023

1. Vastgestelde Begroting 2019 obv. Meicirculaire 2018

40.765

41.950

42.525

43.359

Mutaties Septembercirculaire 2018

Uitkeringsbasis/nominale ontwikkeling

-100

-180

-210

-323

Accresontwikkeling

-25

-50

-25

-

Rijksvaccinatieprogramma

45

45

45

49

Toezicht en handhaving kinderopvang en
gastouderopvang

15

15

15

21

Integratie (DU/UI)

-25

-40

-40

-39

Overige mutaties

5

25

60

1

2. Totaal mutaties Septembercirculaire 2018

-85

-185

-155

-291

Mutaties Decembercirculaire 2018

Combinatiefuncties/buurtsportcoaches

35

35

35

35

WOZ-waarden

-530

-670

-755

-786

Maatstaven en overige ontwikkelingen

250

165

290

443

3. Totaal mutaties Decembercirculaire

-245

-470

-430

-308

Mutaties Kadernota 2020

Indexing accres 2020

790

797

821

835

WOZ waarden

-1.135

-1.030

-1.148

-1.239

Actualisatie maatstaven

552

69

816

1.088

4. Totaal mutaties Kadernota 2020

207

-164

489

685

Meicirculaire 2019

- Ontwikkeling uitkeringsbasis

Hoeveelheidsverschillen

-82

-85

-67

-57

Ontwikkeling uitkeringsbasis

-294

-486

-688

-644

5. Totaal mutaties Ontwikkeling uitkeringsbasis

-376

-571

-755

-701

- Taakmutaties

Loon- en prijsbijstelling 2019 3D's

320

324

324

326

Jeugdhulp, extra middelen

430

430

-

-

Voogdij/18+

-17

-17

-17

-17

Invoering Wvggz

24

24

25

25

Beheerovereenkomst DSO-LV

-31

-31

-33

-34

Overig

-1

3

13

15

6. Totaal Taakmutaties

725

733

312

315

- Integratie uitkering (IU)/Decentralisatie uitkering (DU)/Specifieke uitkering (SU)

Verhoging taalniveau statushouders (DU)

33

-

-

-

Gezond in de Stad (DU)

9

9

-

-

Armoedebestrijding kinderen (DU)

-4

-4

-4

-4

7. Totaal mutatie IU/DU/SU

38

5

-4

-4

- Wet onroerende zaakbelasting (WOZ)

Woz-waardering en aanpassing rekentarieven 2019

229

231

243

250

8. Totaal mutatie WOZ

229

231

243

250

- 3 D's in het Sociaal domein

Participatie (IU)

92

10

41

23

Voogdij/18+ (IU)

-103

-103

-103

-103

9. Totaal mutatie 3 D's in het Sociaal domein

-11

-93

-63

-80

10. Totaal mutaties Meicirculaire 2019 (5+6+7+8+9+10)

605

306

-267

-220

11. Bijstelling aantallen leerlingen

-

-

-125

-127

12. Algemene uitkering na bijstelling (1+2+3+4+10+11)

41.247

41.436

42.038

43.098

Toelichting op mutaties

Om te komen tot de Algemene uitkering 2020-2023 hebben wij de Algemene uitkering van de begroting 2019-2022 op basis van de september- 2018, december- 2018, maart- 2019 en de meicirculaire 2019 geactualiseerd. Hierna volgt een toelichting op de actualisatie.

  • Mutaties Septembercirculaire 2018

Uitkeringsbasis/uitkeringsfactor en nominale ontwikkeling

De nominale ontwikkeling en de ontwikkeling van de uitkeringsbasis zorgen voor een negatief effect. Dit effect is in 2018 circa 37.000 en loopt op in 2022 tot een bedrag van circa € 319.000. Dit wordt met name veroorzaakt doordat het gemiddeld gestandaardiseerd gezinsinkomen binnen het sociaal domein naar boven is bijgesteld. Dit leidt tot jaarlijks oplopende negatieve verschillen ten opzichte van de meicirculaire 2018.Accres
Het accres 2018 is nadeliger, ten opzichte van de meicirculaire 2018 omdat het Rijk naar verwachting minder zal uitgeven dan was geprognosticeerd. De daling van het accres werkt in het systeem van het gemeentefonds structureel door naar volgende jaren. Dit nadelig effect wordt voor een aanzienlijk deel gecompenseerd door de hogere accres van 2019.

Rijksvaccinatieprogramma

In de decembercirculaire 2016 is aangekondigd dat het Rijksvaccinatieprogramma wettelijk verankerd wordt in de Wet publieke gezondheid (Wpg). Met deze wetswijziging wordt een deel van de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten gebracht. Om die reden worden nu de middelen hiervoor structureel overgeheveld naar het gemeentefonds.

Toezicht en handhaving kinderopvang en gastouderopvang

Vanaf 2019 ontvangt de gemeente circa € 18.000 structureel extra voor toezicht en handhaving kinderopvang en gastouderopvang vanuit de decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters.

Integratie (DU/UI)

Dit effect wordt voor een aanzienlijk deel veroorzaakt door de uitname ten gunste van T&H kinderopvang en gastouderopvang. Overige mutaties Dit effect wordt in met name 2021 en 2022 veroorzaakt door hoeveelheidsverschillen.

  • Mutaties Decembercirculaire 2018

Combinatiefuncties/buurtsportcoaches

Voor de combinatiefuncties zijn vanaf vanaf 1 januari 2019 nieuwe afspraken inwerking getreden. Het nieuwe jaarlijkse beschikbare rijksbudget is structureel circa € 73 miljoen voor gemeenten en wordt in eerste instantie verdeeld op basis van de verdeelmaatstaven ’jongeren tot en met 17 jaar’ en ‘inwoners’ (elk voor 50%). Vervolgens krijgen gemeenten de mogelijkheid om zich op basis van deze verdeling in te schrijven voor een deelnamepercentage. 372 gemeenten hebben een aanvraag ingediend voor de Brede Regeling Combinatiefuncties. Per saldo krijgt Diemen jaarlijks € 35.000 meer.

WOZ-waarden

Op basis van de bijgestelde WOZ-waarde door het Rijk in combinatie met de ontwikkeling van de woningvoorraad in Diemen wordt de algemene uitkering gekort. Dit wordt in deels gecorrigeerd door hogere OZB-inkomsten. In de specificatie van de maand december is de WOZ-waarde geactualiseerd. De actualisatie leidt tot een hogere WOZ-waarde voor alle woningen dan waar rekening mee was gehouden in de begroting. Oorzaak van het nadelig effect is het hogere stijgingspercentage in Diemen. Voor de woningen is de verwachte stijging in Diemen 15%, het gemiddelde landelijke stijgingspercentage is 7%. Voor de niet-woningen is de verwachte stijging in Diemen 5% terwijl er landelijke een stijging van 2% verwacht wordt.

De algemene uitkering wordt gekort met een tarief gebaseerd op het landelijk gemiddelde. Per saldo leidt deze bijstelling in 2019 tot een negatief effect van ruim € 4 ton.
Deels wordt deze negatieve bijstelling opgevangen door hogere OZB-opbrengsten. Echter per saldo blijft een nadelig effect bestaan.

Maatstaven en overige ontwikkelingen

Door het rijk zijn diverse maatstaven en gewichten bijgesteld. Deze leiden per saldo tot een toename van de algemene uitkering. De toename 2018 is inclusief een bedrag van circa € 13.000 voor:
- Implementatie richtlijn EED;
- DigiD en Mijn Overheid;
- Berichtenbox;
- Generieke digitale infrastructuur;
- Informatieplicht energiebesparende maatregelen.

  • Mutaties Kadernota 2020

Accres

De stijging van het accres wordt veroorzaakt doordat voor 2020 ook over de algemene uitkering de prijsindexering is meegenomen.

Woz-waarde

De aanpassing van de WOZ-waarden als gevolg van de toename in woningbouw en de
stijging van de prijzen van woningen leiden tot een groot negatief effect (stijging WOZ
waarde heeft een negatief effect).

Actualisatie van de maatstaven

Door het aanpassen van het aantal inwoners, het aantal woningen en het opnemen van een inschatting van het aantal VO-leerlingen ontstaan diverse effecten (zie tabel hieronder). Door het opnemen van de het aantal VO leerlingen in de maatstaven komt de hiervoor eerder opgenomen stelpost te vervallen. De inkomsten voor deze stelpost waren te hoog ingeschat, waardoor er nu een negatief effect op de inkomsten ontstaat doordat:
- Deze later in de tijd zijn meegenomen dan eerder is ingeschat;
- De inkomsten voor deze maatstaf minder zijn dan eerder is verondersteld.

  • Meicirculaire 2019

Ontwikkeling Uitkeringsbasis

Hoeveelheidsverschillen
Aanpassing in de bedragen per eenheid alsmede de aanpassingen in de maatstaven ten opzichte van de maatstaven die zijn gebruikt bij de Kadernota 2020. De verschillen hebben nagenoeg alleen betrekking op de aanpassing in de bedragen per eenheid

Ontwikkeling Uitkeringsbasis (accresontwikkeling)

Mutaties in de algemene uitkering die worden veroorzaakt door wijzigingen in de uitkeringsfactoren als gevolg van beleidsmatige maatregelen. Het eenmalig negatieve effect van afrekening accres 2018 is in de meicirculaire opgenomen en bedraagt voor Diemen € 207.500.

Taakmutaties

Loon- en Prijsbijstellingen
Op de onderdelen van de huidige en voormalige Integratie-uitkeringen Sociaal domein wordt een loonen prijsbijstelling toegepast. De loon- en prijsbijstelling 2019 heeft plaatsgevonden omdat onderdelen pas vanaf één jaar na overheveling naar de algemene uitkering accres genereren. Dit betreft dan ook de laatste loon- en prijsbijstelling voor de overgehevelde onderdelen van de voormalige integratieuitkering Sociaal domein. Vanaf 2020 ontvangen de onderdelen accres. De bijstellingen betreffen:

Loon en prijsbijstelling 2019

2020

2021

2022

2023

Inkomen en participatie

8

8

8

8

Wmo 2015

100

101

103

104

WmoHV

55

57

59

60

Jeugd

157

158

155

154

Totaal loon en prijsstelling 2019

320

324

325

326

Extra middelen Jeugd

Het kabinet heeft besloten extra middelen toe te voegen aan het jeugdhulpbudget. In 2019 gaat het om € 420 miljoen (waarvan € 20 miljoen tijdelijk aan de jeugdautoriteit beschikbaar wordt gesteld) en in 2020 en 2021 om jaarlijks € 300 miljoen. Aanvullend wordt onderzoek verricht om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben. Daarnaast worden de komende maanden bestuurlijke afspraken gemaakt tussen Rijk en VNG over hoe het jeugdhulpstelsel effectiever, efficiënter en beter kan gaan functioneren. Meer informatie is te vinden in de brief die op 27 mei jl. aan de VNG is verzonden.

Voogdij 18+

Deze mutatie heeft betrekking op twee verschillende onderdelen. Allereerst heeft er in voorgaande jaren aan 23 gemeenten een tegemoetkoming plaatsgevonden, omdat het budget wat zij kregen voor Voogdij/18+ ontoereikend was voor de kosten die zij maakten. Van dit budget resteert nog een bedrag, welke nu wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Voor Diemen betekent dit een toevoeging van € 12.000. Daarnaast wordt er als gevolg van de verhoging van het macrobudget bij de integratie-uitkering Voogdij/18+ er een bedrag van € 12,275 miljoen jaarlijks verrekend (soort dekking) met het sub-cluster Jeugdhulp. Voor Diemen betekent dit een uitname van € 17.000. Zie ook de verdere toelichting bij de Integratie-uitkering Voogdij/18+

Invoering Wvggz

Met ingang van 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking. Een belangrijke verandering is dat verplichte zorg straks ook buiten een GGZ-instelling opgelegd kan worden en dat de essentiële voorwaarden voor deelname aan de maatschappij in het zorgplan worden meegenomen. Voor de gemeentelijke taken en bijbehorende kosten die volgen uit de Wet verplichte ggz is in het bestuurlijk overleg van 6 mei jl. tussen het Ministerie van VWS en de VNG afgesproken om vanaf 2020 structureel € 20 miljoen toe te voegen aan het gemeentefonds.

Beheerovereenkomst Digitaal Stelsel Omgevingswet - Landelijke Voorziening (DSO-LV)

Op 18 december 2018 hebben de VNG, het IPO, de UvW en de Minister van BZK de
beheerovereenkomst DSO-LV ondertekend. De overeenkomst regelt onder ander de inhoud en de uitvoering van de beheertaak, de financiering en de samenwerkingsafspraken voor een optimale werking van het Digitaal stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV). Op grond van de beheerovereenkomst DSO-LV gaan gemeenten vanaf 1 januari 202 jaarlijks € 18 miljoen bijdragen aan de kosten van het basisniveau DSO-LV en het informatiepunt Omgevingswet. In 2021 treedt de Omgevingswet in werking. Deze bijdrage van de gemeenten leidt tot een korting op de omvang van het gemeentefonds.

Integratie- en Decentralisatie uitkeringen (IU/DU)

Maatschappelijke begeleiding (DU)
De gemeente ontvangt per inburgeringsplichtige asielmigrant en hun gezinsleden vanuit het Rijk, op basis van de door de DUO geleverde aantallen, een vergoeding voor maatschappelijke begeleiding. De bijdrage heeft betrekking op de aantallen van voor 20 februari 2019.

Verhoging Taalniveau statushouders (DU)

In aanloop naar het nieuwe inburgeringsstelsel hebben Rijk en gemeenten bestuurlijke afspraken gemaakt over de versterking van het taalniveau van statushouders die nog onder de huidige Wet inburgering inburgeren. Het kabinet stelt € 40 miljoen beschikbaar aan gemeenten voor de periode 2019/2020, waarvan € 20 miljoen in 2019 en € 20 miljoen in 2020. Met deze extra middelen wordt tevens beoogd dat gemeenten zich oriënteren op de regierol inburgering zodat een soepele overgang naar het nieuwe stelsel wordt bevorderd. De verdeling van de middelen voor het jaar 2019 en 2020 vindt plaats op basis van het aantal inwoners per gemeente in het jaar 2018.

Gezond in de Stad (DU)

In het actieprogramma Kansrijke Start van 12 september 2018 heeft de Minister van VWS
aangegeven dat via een decentralisatie-uitkering middelen beschikbaar gesteld worden aan GIDS gemeenten (Gezond in de stad) die een lokale coalitie willen vormen rondom de eerste 1.000 dagen van kinderen. GIDS-gemeenten hebben zich in de periode van medio januari tot medio maart 2019 kunnen aanmelden voor de eerste tranche van deze impuls Kansrijke Start. Bij deze circulaire is de eerste tranche aan het gemeentefonds toegevoegd. De tweede tranche volgt bij de decembercirculaire 2019.

Bonus beschut Werken (DU)

Per geplaatste inwoner naar beschut werk ontvangt de gemeente een bedrag van € 3.000 (2018).

Armoedebestrijding

In de decembercirculaire 2016 zijn gemeenten geïnformeerd over de € 85 miljoen die vanaf 2017 structureel beschikbaar is gesteld voor de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen. Jaarlijks vindt in de meicirculaire actualisatie plaats van de verdeling voor het jaar t+1 en verder. De middelen worden verdeeld op basis van door het CBS ontwikkelde gegevens over kinderen met een kans op armoede.

WOZ (aanpassing Rekentarief)

Het aandeel van een gemeente in het gemeentefonds is kleiner naarmate het vermogen om belastingen te heffen groter is (belastingcapaciteit). Het gaat hier om de WOZ-waarde van onroerende zaken in de gemeente, berekend tegen een voor alle gemeenten gelijk tarief. Het idee daarachter is eenvoudig: hoe meer geld een gemeente aan OZB kan binnenhalen, des te minder geld uit het gemeentefonds nodig is. Zonder de toepassing van de OZB-belastingcapaciteit bij de verdeling van het gemeentefonds zouden gemeenten met een hoge waarde aan onroerende zaken een hoger voorzieningenniveau of lagere belastingtarieven kunnen bieden dan gemeenten met een lage waarde. Bij een gelijk tarief zijn de OZB-inkomsten in een gemeente met hoge WOZ-waarden immers hoger dan in een gemeente met lage WOZ-waarden.

Reken/normtarieven

De belastingcapaciteit is dus afhankelijk van de WOZ-waarden in een gemeente. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de belastingcapaciteit, hoe hoger de ‘OZB-aftrekpost’ bij de verdeling van het gemeentefonds. Gemeenten worden afgerekend op de zogenoemde rekentarieven.
Deze tarieven zijn voor alle gemeenten gelijk. Verschillen tussen gemeenten in de OZB-aftrekpost worden dus alleen bepaald door verschillen in de waarde van onroerende zaken. De tarieven die de gemeenten werkelijk in rekening brengen bij de gebruikers en eigenaren van onroerende zaken spelen hierbij dan geen rol meer. Dit betekent dat een verhoging of verlaging van de OZB-tarieven door de gemeente geen gevolgen heeft voor de uitkering uit het gemeentefonds. In de meicirculaire 2019 is het rekentarief aangepast. Deze aanpassing leidt tot een minder grote korting op de algemene uitkering en levert dus een voordeel op voor gemeente.

3d’s in het Sociaal domein

Participatie (IU)
Bijstelling van de Integratie-uitkering Participatie, waaronder het WSW- en Re-integratie deel (nieuw).

Voogdij/18+
Macro budget:
1. Door nieuwe gegevens neemt het macro budget voor Voogdij/18+ vanaf 2020 met € 17 miljoen structureel toe.
2. Daarnaast is bij deze circulaire vanaf 2020 structureel € 20 miljoen gereserveerd om de
compensatieregeling Voogdij/18+ te continueren.
3. Als laatste neemt het budget toe omdat de financiering van de Plaatsingscoördinatie gesloten jeugdhulp met drie jaar is verlengd (€ 0,55 miljoen per jaar in de periode 2020-2022).

Deze structurele verhoging van € 37,562 miljoen kan voor ruim € 25 miljoen gedekt worden uit de loonen prijsbijstelling 2019 die aan de integratie-uitkering Voogdij/18+ is toegekend. Hierdoor resteert nog een bedrag van € 12,275 miljoen dat jaarlijks verrekend (soort dekking) dient te worden met het sub cluster Jeugdhulp. (zie onderdeel Taakmutaties Voogdij/18+).

Diemen
Echter, ondanks deze stijging van het macrobudget, is de integratie-uitkering voor Diemen voor Voogdij/18+ fors lager als gevolg van de doorrekening van de nieuwe gegevens. Het budget Voogdij/18+ kent een systematiek waarbij op basis van historisch zorggebruik (T-2) per gemeente gemiddelde dagprijzen (p) worden vermenigvuldigd met het aantal zorgdagen (q). Zoals gebruikelijk zijn de nieuwe gegevens over voogdij/18+ voor 2020 ook voor latere jaren gehanteerd. Deze gegevens zijn eind mei beschikbaar gekomen via het CBS. De aanlevering van de aantallen voor Voogdij/18+ geschied door de gecertificeerde instellingen en lopen niet via de gemeente zelf.

Effect voorgaande jaren

Het effect van de negatieve accresontwikkeling 2018 is opgenomen in de meicirculaire. Voor 2019 betekent dit eenmalig een negatieve accresontwikkeling € 207.500. De afrekening voor 2018 als gevolg van het definitief worden van de maatstaven is nog niet bekend. Bij de decembercirculaire 2018 hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om de cijfers over de
belastingcapaciteit 2016 en in het bijzonder het bedrag voor waardevermindering De Pater,
(nogmaals) te controleren. De nieuwe cijfers over de belastingcapaciteit 2016 hebben geen invloed gehad op de hoogte van de uitkeringsfactor 2016.

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf