Leges
Bijna 70% van de kosten die gemaakt worden voor de legesverordening (burgerzaken, omgevingsvergunningen en APV) zijn personeelskosten.
Vooral bij de leges voor burgerzaken zijn wettelijke tarieven vastgesteld (rijbewijzen, paspoorten). Deze tarieven zijn niet toereikend om de kosten te dekken. Het zou ook 'ongewenste' tariefverhogingen met zich meebrengen om de legesverordening wel kostendekkend te maken.Bovendien zouden de tarieven ten opzichte van de omringende gemeenten fors gaan afwijken. Conform bestaand beleid worden de meerkosten gedekt uit de algemene middelen.
Onderstaand een overzicht van de opbouw van de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op de legesverordening.
Soort kosten | 2020 | Soort opbrengsten | 2020 |
---|---|---|---|
Directe uren | -1.222 | Leges | 1.196 |
Overhead | -748 | Opbrengst overige diensten | 6 |
Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling | -282 | ||
Inhuur diensten derden | -237 | ||
Afdracht aan het Rijk | -132 | ||
Overige kosten | -159 | ||
Rente en afschrijving | -38 | ||
Materialen | -31 | Onttrekking uit reserve | 276 |
Totaal toegerekende kosten | -2.849 | Totaal opbrengsten | 1.479 |
Bijdrage uit algemene middelen | -1.371 |