Structurele risico's
4. Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziengen Gemeenten (BUIG)
Risicobedrag € 700.000
Nadere omschrijving risico:
Via de Participatiewet (BUIG) verstrekt de gemeente uitkeringen om in het levensonderhoud te voorzien. Het macro budget voor deze uitkering wordt vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en via verdeelstaven jaarlijks in september tijdens het desbetreffende uitvoeringsjaar toegewezen aan gemeenten. Gemeenten die geld overhouden mogen dit houden. Er is geen terugbetaalverplichting.
In Diemen is het beleid bij het opstellen van de begroting dat de te ontvangen Rijksuitkering
gelijk wordt gehouden met de te verwachten uitgaven (is budgettair neutraal). De laatste jaren laten echter flinke overschotten zien. Voor de begroting wordt vanaf 2020 daarom, op basis van ervaringscijfers, de uitgaven zo realistisch mogelijk ingeschat. Hier zit een groot risico aan vast omdat de Rijksuitkering pas in oktober van ieder jaar bekend wordt gemaakt. Daarnaast is Diemen ook afhankelijk van conjuncturele invloeden.
Beheersmaatregelen:
Door de poortwachtersfunctie goed in te zetten kan de instroom in de bijstand deels worden voorkomen. Daarnaast kan door een actief re-integratiebeleid te hanteren de uitstroom uit de bijstand worden bevorderd.
De gemeente kan, bij een omvangrijk tekort, onder voorwaarden in aanmerking komen voor
een aanvullend budget, de zogenaamde "vangnetuitkering". De belangrijkste financiële voorwaarde waaraan moet worden voldaan is dat het tekort meer bedraagt dan 7,5%. Voor het meerdere kan een aanvullende uitkering worden gevraagd.
Een andere mogelijke beheersmaatregel voor het risico van deze uitkering, is het instellen van een egalisatiereserve.
5. Sociaal domein transitietrajecten
Risicobedrag € 500.000
Nadere omschrijving risico:
Vanaf januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor een drietal regelingen in het sociaal domein. Het betreft de nieuwe Jeugdwet, de overheveling van een deel van de AWBZ naar de Wmo en de Particpatiewet. De decentralisaties gaan gepaard met forse bezuinigingen.
De gemeente Diemen krijgt ruim 9 miljoen voor de uitvoering van de taken binnen het Sociaal Domein. De VNG heeft in 2016 onderzoek gedaan naar de financiële effecten van de decentralisatie van het sociaal domein. Dit mede omdat in het nieuws was dat veel gemeenten fors meer geld uitgegeven zouden hebben dan dat zij hebben ontvangen. Er is in de afgelopen jaren steeds beter zicht is op betrouwbare cliëntgegevens (aantallen).
Het risico is dat alle aanvragen voor voorzieningen binnen het sociaal domein afgehandeld
moeten worden. Het kan niet zo zijn dat een aanvraag niet behandeld wordt of een
voorziening niet verstrekt wordt omdat er geen budget is. Dit 'open-einde' karakter vormt een
risico.
Beheersmaatregelen:
We trachten de risico's te beheersen door:
in te zetten op lokaal maatwerk;
zelf uitvoering te geven aan trajecten;
meer collectieve en algemene voorzieningen aan te bieden in plaats van individuele voorzieningen;
in te zetten op vroegtijdige signalering zodat preventieve maatregelen genomen kunnen worden.
6. Leerlingengroei Diemen
Risicobedrag € 400.000
Nadere omschrijving risico:
Op basis van de leerlingenprognoses wordt een toename van het aantal leerlingen in het basisonderwijs verwacht. Deze toename in het aantal leerlingen hangt samen met de bevolkingsgroei van Diemen. Uitgaande van de gegevens in de prognose lijkt de huidige leerlingencapaciteit van de scholen in Diemen niet voldoende om deze groei op te vangen. De leerlingencapaciteit zal naar verwachting op verschillende locaties, onder andere in de Sniep en Diemen-Centrum, moeten worden uitgebreid.
Beheersmaatregelen:
Geen.
7. Sociale werkvoorziening (bijdrage Pantar)
Risicobedrag € 200.000
Nadere omschrijving risico:
Pantar is uitvoerder van de Sociale Werkvoorziening (SW) in Diemen en Amsterdam, het gaat om circa 64 inwoners van Diemen die een SW dienstverband hebben bij Pantar. In de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) voor 2019 is de afspraak opgenomen dat Pantar alleen het negatieve subsidieresultaat mag doorbelasten aan Diemen. Dit is het verschil tussen de Rijksbijdrage voor de SW en de werkelijke loonkosten.
Het operationeel resultaat is het verschil tussen de apparaatskosten die de stichting maakt voor de begeleiding en de inkomsten die uit de diverse SW activiteiten worden gegenereerd. Pantar heeft een negatief Operationeel resultaat. Diemen spant zich in het negatieve operationele resultaat van Pantar te beperken door het toebedelen van extra gemeentelijk werk zoals onderhoud van de buitenruimte en groen, schoonmaakwerk en re-integratie werkzaamheden voor de Participatiewet. Tot en met 2019 heeft Amsterdam het tekort op het operationeel resultaat voor haar rekening genomen. Een mogelijke bijdrage aan een negatief operationeel resultaat in 2019 is daarom niet verwerkt in de meerjarenbegroting.
Over een mogelijk operationeel tekort in 2020 is nog geen duidelijkheid. Naar verwachting
wordt dit opnieuw door Amsterdam gedekt. Het is mogelijk dat na 2020 alsnog een bijdrage
van Diemen wordt verwacht in het negatieve operationeel resultaat. Als dit het geval is
wordt gekeken naar het volumeverschil tussen Amsterdam en Diemen, alsmede het verschil
in toebedeling van werk aan Pantar tussen beide gemeenten en de doelgroepen die door
Pantar worden bediend.
Beheersmaatregelen:
Diemen spant zich structureel in om extra voor de doelgroep geschikt werkt te gunnen waarmee Pantar het tekort op het operationeel resultaat zoveel mogelijk beperkt. Van Pantar wordt verwacht de er beheersmaatregelen worden getroffen om het Operationeel tekort zoveel mogelijk te beperken.
8. Abonnementstarief Wmo
Risicobedrag € 200.000
Nadere omschrijving risico:
Per 1 januari 2020 treedt een wetswijziging in werking omtrent het Wmo abonnementstarief. Ongeacht het aantal voorzieningen, gebruik, inkomen en vermogen betaalt de cliënt € 19 per maand eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen. Sinds 1 januari 2019 geldt een maximale eigen bijdrage van € 17,50 per vier weken ongeacht het aantal voorzieningen en het inkomen en vermogen van de cliënt. Dit is ingevoerd vooruitlopend op de wetswijziging per 1 januari 2020. Gemeenten worden vanuit het Rijk gecompenseerd voor de verminderde inkomsten aan eigen bijdrage. Daarnaast verwachten gemeenten door invoering van een abonnementstarief een toename in de vraag naar Wmo-voorzieningen, omdat de financiële prikkel voor burgers om zelf voorzieningen te regelen wegvalt.
Beheersmaatregelen:
Geen.