Nieuwe ontwikkelingen
Kansen voor Diemenaren zonder werk
In het coalitie akkoord is afgesproken dat er een extra inspanning wordt gepleegd om
kwetsbare en vaak minder kansrijke inwoners van Diemen te ondersteunen. Hiervoor
is in 2020 € 200.000 gereserveerd. Zowel bij het vinden van duurzaam werk als de toegang tot aanvullende inkomensondersteuning en armoedevoorzieningen. Zo zorgen we ervoor dat
zoveel mogelijk Diemenaren mee kunnen doen. Zowel economisch als maatschappelijk.
De huidige re-integratie aanpak en het inkomensondersteunend armoedebeleid 2016-2019
is hiervoor de basis. De focus in deze opgave ligt op duurzame uitstroom voor kwetsbare
doelgroepen, die vaak moeilijker bemiddelbaar zijn. De extra inzet vertaalt zich als volgt:
Extra uren coaching en begeleiding per werkzoekende (inclusief statushouders): 1 formatie plaats; kosten € 70.000. Deze formatie wordt niet ingezet voor de mogelijk nieuwe wettelijke taak rondom inburgering per 2020. Hierover is nog te weinig duidelijk.
Extra uren indicatiestelling en afstemming met zorg en Brede HOED Team bij cliënten met meervoudige problematiek + intensivering communicatie met Brede HOED netwerk (armoedevoorzieningen). Dit betreft een onderdeel van de hierboven genoemde formatieuitbreiding;
Extra middelen noodzakelijk voor (om-, bij- en taal) scholing ter bevordering van duurzame uitstroom; kosten € 30.000.
De extra focus op duurzame uitstroom heeft als gevolg dat mensen langer en intensiever begeleiding krijgen (coaching/opleiding) en dus langer in de uitkering zitten. Dus op termijn mogelijk hogere uitkeringslasten;
Daarnaast kan met pilots (zoals in het huis van de buurt voor WSW-ers) onderzocht worden hoe doorstroom tussen Werk (Participatiewet-WSW) en zorg (dagbesteding) gefaciliteerd kan worden.
Investeren in het informele aanbod voor taalvaardigheden, digitale vaardigheden en thuisadministratie met als doel om de afstand tot werk te verkleinen. Kosten voor netwerk en aanbod € 30.000.
In het kader van de beeldvorming over het team sociale zaken en het verhogen van de klanttevredenheid is aanpassing van de spreekkamers noodzakelijk. Een deel van het budget zou geïnvesteerd kunnen worden om de kamers moderner, uitnodigender en laagdrempeliger te maken en hierdoor een prettige sfeer te scheppen om het gesprek te kunnen voeren (€ 70.000).
Inzet overschot Rijksbijdrage bijstandsverlening
Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie.
Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het beleid rondom de uitkeringen en de loonkostensubsidie en voor de uitvoering hiervan. De financieringssystematiek sluit hierbij aan. De budgetten worden vooraf door het Rijk verdeeld over de gemeenten. Dit geeft gemeenten een prikkel om zoveel mogelijk mensen uit een uitkering te houden en aan het werk te helpen en houden.
In Diemen is het beleid bij het opstellen van de begroting dat de te ontvangen Rijksuitkering gelijk wordt gehouden aan de te verwachten uitgaven (budgettair neutraal).
Onderstaand een overzicht van de ontvangen Rijksbijdrage en de uitgaven van Diemen over de periode 2004 tot en met 2019. Het overzicht laat een grillig verloop zien. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
bij de inkomsten dat de verdeling van de Rijksbijdrage vaak wordt gewijzigd in de zoektocht naar een zo 'rechtvaardig' mogelijke verdeling. Dit wordt veelal op landelijk niveau berekend en heeft dus meestal onvoorziene effecten voor individuele gemeenten die dan weer gecorrigeerd moeten worden.
bij de uitgaven hebben de fluctuaties van de economische situatie een grote invloed op het aantal bijstandsverleningen. Ook hier is fluctuatie maar in minder snelle mate.

Met name de laatste jaren laten overschotten zien. Gezien het huidige meerjarenperspectief zijn maatregelen nodig voor een structureel sluitende begroting. Een van de mogelijke dekkingsmaatregelen is risicovoller begroten. Het College stelt voor de inkomsten en uitgaven voor bijstandsverlening realistisch te begroten vanaf 2020 en niet langer budgettair neutraal.
In de Kadernota werd ingeschat (zie overschotten laatste jaren), dat 10% van de Rijksbijdrage (€ 750.000) niet wordt besteed en dus ingezet kan worden als dekkingsmaatregel. Op basis van een nadere berekening is de inschatting iets te hoog geweest. Bij de begroting wordt nu uitgegaan van een te verwachten overschot van € 700.000.