Algemeen
De paragraaf lokale heffingen bevat alle onderwerpen die volgens artikel 10 van het BBV in deze paragraaf aan de orde moeten komen, te weten:
De inkomsten;
Het beleid ten aanzien van lokale heffingen;
Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;
Een aanduiding van de lokale lastendruk;
Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
Verduurzaming belastinggebied
In november 2018 is er een motie ingediend (lodders) tot nader onderzoek voor de vrijstelling van zonnepanelen bij de waardebepaling van onroerende zaken. Voor de uitwerking hiervan is door de VNG een rapport opgesteld van een inventarisatie voor de verduurzaming van het belastinggebied per belastingsoort. Tot op heden is hier nog geen vervolg aan gegeven.
Herziening belastinggebied
Halverwege 2019 is er een werkgroep ingesteld bestaande uit verschillende partijen voor de herziening van het belastinggebied. Op dit moment betreffen dit alleen nog verkennende gesprekken. Wellicht dat in de loop van 2020 hier meer informatie over beschikbaar komt.
Verbetering rechtsbescherming wet WOZ
Onlangs heeft het Ministerie van Financiën een internetconsultatie gehouden over een wetsvoorstel dat de rechtsbescherming aanpast aan situaties waarin belanghebbenden tegengestelde belangen bij een WOZ-waarde hebben. De reacties op het wetsvoorstel worden betrokken bij de definitieve vormgeving van het wetsvoorstel, dat te zijner tijd naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd.
Tegengestelde belangen
De WOZ-waarde is ingevoerd voor een breed gebruik door overheden voor de heffing van belastingen. Denk bijvoorbeeld aan de gemeentelijke onroerendezaakbelasting, maar ook aan het gebruik van de WOZ-waarde als bodemwaarde voor fiscale afschrijvingen. Omdat de WOZ-waarde in toenemende mate voor niet-fiscale doelen wordt gebruikt, gebeurt het vaker dat de ene belanghebbende voordeel heeft van een lagere waarde en de andere belanghebbende juist van een hogere.
Rechtsbescherming
Om de rechtsbescherming voor deze situaties te verbeteren, vervangt het wetsvoorstel de bestaande individuele WOZ-beschikking (waartegen alleen de geadresseerde bezwaar kan maken) door een enkele WOZ-beschikking waarin de waarde van de onroerende zaak centraal staat en die tot alle belanghebbenden is gericht.
Voor deze nieuwe opzet is aansluiting gezocht bij de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die iedere belanghebbende de mogelijkheid geeft bezwaar tegen een besluit te maken. Dit betekent voor de WOZ dat alle personen van wie het belang rechtstreeks bij een WOZ-beschikking is betrokken, bezwaar kunnen maken.
Deze ruimere bezwaarmogelijkheid gaat wel gepaard met maatregelen die een tegenovergesteld effect hebben. Zo kan degene die in de loop van een jaar eigenaar of gebruiker van een onroerende zaak wordt, niet langer een WOZ-beschikking aanvragen en daartegen bezwaar maken.
Achteruitgang
Verder betekent de nieuwe herzieningsregeling – die de bestaande mogelijkheid van een ambtshalve waardevermindering en van een waardeverhoging bij een zogenoemd nieuw feit moet vervangen – een achteruitgang. Uitgangspunt van de herzieningsregeling is dat een onjuiste beschikking bij een redelijkerwijs kenbare onjuistheid kan worden herzien. Daarvan is in ieder geval sprake als de waarde ten minste 30 procent afwijkt van de waarde die vastgesteld had moeten zijn.
Voor de ambtshalve vermindering is dit een verslechtering, omdat nu als voorwaarde geldt dat de waarde vastgesteld had moeten zijn op een bedrag dan ten minste 20 procent (met een minimum van 5.000 euro) lager is dan de te hoog vastgestelde waarde.