Nieuwe ontwikkelingen
Investeren in het scheiden van grondstoffen en het sterk verminderen van restafval
De raad heeft het college middels het coalitieakkoord opdracht gegeven om de hoeveelheid restafval in Diemen significant terug te dringen. Daar is dringend noodzaak toe. Diemen behoort tot de slechtste gemeentes in Nederland als het gaat om het scheiden van afval.
Niet alleen vanuit milieu-perspectief, of vanuit het perspectief van een circulaire economie, waarin we zoveel mogelijk grondstoffen hergebruiken, wat noodzakelijk is gezien de klimaatcrisis, maar ook vanuit financieel perspectief is het nodig dat de hoeveelheid restafval met wordt teruggebracht.
De gemeente biedt op dit moment maximale service op de duurste afvalstroom: restafval. De meest ‘zware’ en veelvoorkomende, en dus meest ‘veelbelovende’ afvalstroom om uit het restafval te halen is overduidelijk: GFT. Dat is tegelijk de afvalstroom waarvan scheiding in Diemen het minst makkelijk wordt gemaakt. Aan de slecht functionerende GFT ‘dummies’ en de lage zuiverheidsgraad in het algemeen valt te zien dat de gemeente bewoners die willen scheiden niet voldoende hoogwaardige mogelijkheden biedt. Ook de bereikbaarheid en de eerste lijns-communicatie door de gemeente zelf zullen meer tijd en aandacht gaan vergen, zodat al die bewoners die nu al hun best daarin meer worden geholpen, en mensen die nu alles in die grote bak gooien tot meer scheiding worden verleid: recyclen wordt makkelijker.
Ook het rekenkamerrapport bevestigt: de gemeente maakt het bewoners te moeilijk om te scheiden en dat het ongescheiden aanbieden van restafval te veel wordt gefaciliteerd. Teveel bewoners scheiden, mede daarom, niet. De gemeente moet verantwoordelijkheid nemen, zodat bewoners dat ook kunnen doen. Als raad en college de huidige wisselwerking door laten gaan, dan jagen bewoners en gemeente zichzelf en elkaar nu en de toekomst steeds meer op kosten.
Naast de landelijk vastgelegde VANG-doelstellingen voor de scheiding van afval probeert het Rijk afvalscheiding inmiddels ook steeds meer middels financiële prikkels te stimuleren: daarom heeft zij in 2019 de verbrandingsbelasting op restafval verhoogd. Ook grofvuil zorgt in Diemen voor oplopende kosten. Daarbij helpen noch de wijze van aanbieden, noch de ongekend hoge service op deze stroom restafval die de gemeente levert.
Op twee themabijeenkomsten met raadsleden is gewerkt aan de bouwstenen van het nieuwe beleid. Ook de participatie en communicatie aspecten –zowel gemeentebreed, als in buurten en wijken- zijn daarbij als belangrijke bouwstenen benoemd. Het vormgeven van de scheidingsmogelijkheden doen we zoveel mogelijk in de buurt en wijk en met bewoners zelf, maar wel met een duidelijk doel: minder restafval, makkelijker recyclen, met een focus op GFT als meest kansrijke afvalstroom om de service op te verhogen.
Dat nieuwe beleid staat gepland voor het vierde kwartaal van dit jaar. Om in 2020 uitvoering te kunnen geven aan beleid wat Diemenaren zoveel mogelijk in staat stelt om hun afval te scheiden zijn investeringen nodig zodat we de steeds duurdere stroom restafval kunnen verkleinen.
De komende drie jaar worden investeringen en uitgaven verwacht in de orde van € 450.000 (€ 150.000 per jaar uitvoering). Dit geld wordt ingezet voor de uitvoering van het afvalbeleid. Dit start na vaststelling door de raad.
Te denken is aan:
Het op orde brengen van de ondergrondse afvalcontainers bij hoogbouw, GFT et cetera;
extra communicatieprojecten-website;
ondersteuning participatie;
administratieve ondersteuning;
projectleiding op uitvoering;
aanstellen van een afvalcoach.
Als direct gevolg van de investering die de gemeente doet in het uitvoeren van het beleid ten behoeve van de afvaltransitie, zijn vooralsnog dus geen stijgingen in de kosten voor inwoners voorzien. Bij een eerste doorrekening van mogelijke scenarios van denkbare wijziging in de afvalinzameling en dan met name een serviceverhoging op grondstoffen, blijkt dat enerzijds in eerste instantie de inzamelkosten zullen stijgen, maar dat met het op orde brengen van de voorzieningen een duidelijke daling van de kosten van de verwerking van restafval wordt voorzien.
Ontwikkeling afvalstoffenheffing 2020
Toch kan in 2020 een stijging van de afvalstoffenheffing niet worden voorkomen. Restafval was al de duurste afvalstroom om te verwerken, maar met de landelijke verhoging van de belasting op de verbranding van restafval in 2019, liepen de kosten van de verwerking van restafval verder op. Daarnaast is een verdere verhoging van de verbrandingsbelasting vanuit het Rijk in 2020 is nog niet uitgesloten.
De crisis bij het AEB, waarbij enige tijd onzeker is geweest of het Diemense restafval nog wel bij het AEB verwerkt kan worden, heeft gevolgen voor de afvalstoffenheffing. Het middels een contract met het AEB meerjarig vastgelegde redelijk gunstige tarief voor het verbranden van restafval, lijkt niet langer houdbaar te zijn. Wanneer wordt overgegaan naar een marktconform tarief van gemiddeld ongeveer € 100 per ton heeft dit een stijging van € 20 voor het tarief afvalstoffenheffing tot gevolg. Het college stelt voor deze tariefsstijging mee te nemen in het tarief 2020. Bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2020 in de december 2019 nemen we de laatste ontwikkelingen mee die invloed hebben op het tarief.
Resumerend zijn er de volgende kostprijsverhogende ontwikkelingen:
ontwikkelingen bij het AEB;
de verhoging van de verbrandingsbelasting;
tegenvallende opbrengsten van grondstoffen;
hogere kosten als gevolg van de groei;
het (mogelijk) vervallen van de jaarlijkse onttrekking uit de egalisatievoorziening.
Het is niet de verwachting dat alle bovengenoemde ontwikkelingen kunnen worden opgevangen door de groei / areaaluitbreidingen. Deze zullen dus leiden tot een verhoging van het tarief afvalstoffenheffing in 2020. Afhankelijk van de maatregelen die genomen worden voor efficiëntere en effectievere verzameling van met name het GFT- en grof afval kunnen kosten bespaard worden, maar gezien de hoeveelheid kostenverhogende factoren is het onrealistisch om op korte of zelfs middellange termijn te verwachten dat betere afvalscheiding in Diemen zal leiden tot verlaging van de afvalstoffenheffing.
In te zetten maatregelen komen aan de orde bij de vaststelling van het afvalbeleid voor de komende jaren. Nieuw afvalbeleid staat gepland voor het laatste kwartaal van dit jaar.
Verrekening met Egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing
Vanwege de hoge stand van de Egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing is vanaf 2016 jaarlijks een onttrekking van € 75.000 ingecalculeerd bij de berekening van de tarieven. In 2018 waren de inkomsten uit de afvalstoffenheffing niet kostendekkend voor de afvalinzameling. Dit valt te wijten aan areaal-uitbreidingen (groei van Diemen), tegenvallende opbrengsten voor grondstoffen (plastic en papier) en verder oplopende kosten voor het ophalen van grofvuil (voornamelijk bij Holland Park). Om de tegenvallende kosten voor het inzamelen van huishoudelijk afval in 2018 te dekken is € 89.000 extra uit de egalisatiereserve onttrokken.
Per 1 januari 2019 bedraagt de hoogte van de reserve € 263.000. Naar verwachting zullen in 2019 de structurele inzamelkosten verder oplopen in verband met areaaluitbreiding en de verwachtte hogere service op grondstoffen. Voor 2019 is het tarief afvalstoffenheffing gelijk gehouden aan 2018. Mogelijk moeten we in 2019 wederom een beroep op de egalisatiereserve doen. Daarnaast geldt dat de gewijzigde afrekensystematiek met NV De Meerlanden grotere financiële risico's met zich meebrengt. De kans dat voorcalculatorische berekeningen gaan afwijken van de realiteit is groter geworden. Dat houdt in dat de minimumhoogte van de egalisatievoorziening ook hoger moet zijn.
De geprognosticeerde jaarlijkse onttrekking van € 75.000 komt hiermee onder druk te staan en de kans is groot dat de jaarlijkse onttrekking vanaf 2020 niet langer mogelijk is. Ook dit heeft uiteraard een gevolg op de tariefstelling.
Beleid A-kwaliteit grasmaaien
In 2019 is er begonnen met een proef aangaande het A-kwaliteit grasmaaien. Waar normaliter het grasmaaien rond april voor het eerst gebeurd in een jaar, is er nu voor gekozen om het grasmaaien van de meeste A-kwaliteit gazons pas rond eind juni voor het eerst te gaan maaien. Hierbij is per locatie wel gekeken of dit mogelijk was, want speelplekken en 1 meterstroken van paden en bloemperken worden wel gemaaid.
Het later maaien is gedaan om de biodiversiteit en met name de insecten te bevorderen, die in heel Nederland onder druk staan. Dit maaibeleid is door veel mensen al positief ervaren en wordt daarom gecontinueerd. Het later maaien van het gras wordt in het najaar van 2019 geevalueerd, zodat het grasmaaien in 2020 op deze manier goed uitgevoerd kan worden.
Kwaliteitsplan openbare ruimte
In 2019 is begonnen met de herziening van het Kwaliteitsplan openbare ruimte, dit kwaliteitsplan zal naar verwachting in 2020 klaar en geupdatet zijn.
Regionale EnergieStrategie (RES)
Naar aanleiding van het klimaatakkoord moeten alle regio's in Nederland in 2020 een bod uitbrengen om als regio bij te dragen aan de opwek van duurzame warmte en de landelijke doelstelling voor duurzame elektriciteit. Dit bod wordt uitgebracht in de vorm van een Regionale EnergieStrategie (RES). Bij elkaar zullen alle RESsen in Nederland moeten optellen tot 35 TWh (TeraWattuur)1 duurzaam opgewekte elektriciteit.
De provincie Noord Holland is verdeeld in twee RES regio's. Gemeente Diemen maakt deel uit van de RES regio Noord-Holland Zuid. De RES regio Noord-Holland Zuid bestaat weer uit deelregio's uit Noord-Holland Zuid conform de onderverdeling in de MRA regio. Na vaststelling van de definitieve RES 1.0 door de gemeenteraden zullen de ruimtelijke opgaves van de RES moeten worden opgenomen in de ruimtelijke plannen van de gemeentes en de provincie. Om de 2 jaar zal de RES worden herijkt en geactualiseerd om de strategie effectief te houden in de veranderende omstandigheden bij de energietransitie.
Transitievisie warmte
In het Interbestuurlijk programma en de hoofdlijnen van het klimaatakkoord is vastgelegd dat gemeenten voor eind 2021 een transitievisie warmte vastgesteld moeten hebben. In deze warmtevisie zullen gemeenten moeten aangegeven welke alternatieven voor aardgas in welke wijken beoogd worden en een planning moeten opnemen voor de aanpak van het aardgasloos maken van wijken. In de planning moet ook worden opgenomen welke wijken de gemeente al vóór 2030 aardgasloos wil gaan maken.
De aanpak voor het opstellen van een warmtevisie bestaat uit het verzamelen van gegevens en het in samenwerking met stakeholders (netbeheerders, nutsbedrijven, woningcorporaties, etc.) maken van een technische maatschappelijke kosten/baten analyse voor aardgasvrije technieken. Vervolgens worden uitkomsten hiervan aan de gemeenteraad en de samenleving voorgelegd om te kijken of er bijvoorbeeld andere slimme oplossingen mogelijk zijn. De warmtevisie zal daarna aan de gemeenteraad ter vaststelling worden voorgelegd.
Voor de wijken die aangewezen zijn om als eerste (vóór 2030) aardgasloos te worden, worden in samenspraak met de bewoners, bedrijven en organisaties, wijkplannen opgesteld.
Informatieplicht Energiebesparing bedrijven
Per 1 juli 2019 is de informatieplicht energiebesparing bedrijven ingegaan voor bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000kWh elektriciteit of 25.000m3 aardgas(equivalent) gebruiken. Volgens het Activiteitenbesluit dienen bedrijven met een dergelijk verbruik de energiebesparende maatregelen door te voeren die zich binnen 5 jaar terugverdiend hebben. Met de informatieplicht moeten bedrijven aangeven welke energiebesparende maatregelen ze hebben uitgevoerd. MKB nederland is hiervoor een informatiecampagne gestart en heeft de website WATTjemoetweten.nl gelanceerd. Op deze website kunnen bedrijven informatie en een stappenplan vinden en checken of ze vallen onder de informatieplicht.
Om energiebesparing voor bedrijven te vergemakkelijken is voor 19 bedrijfstakken een Erkende MaatregelenLijst (EML) opgesteld. Als een bedrijf alle erkende maatregelen doorvoert die voor het bedrijf van toepassing zijn, voldoet het automatisch aan de energiebesparingsverplichting. Bedrijven kunnen hun melding doen op de website van de Rijksdienst voor ondernemend nederland (RVO.nl). Gemeenten kunnen de meldingen ophalen bij het eLoket van RVO.nl.
De nieuwe informatieplicht vormt een goede ingang bij de bedrijven met een middelgroot en groot energieverbruik om in dialoog te treden over energiebesparing en de energietransitie. Als een bedrijf niet wil meewerken is er de mogelijkheid om te handhaven op de informatieplicht en het treffen van erkende maatregelen die zich binnen 5 jaar terug verdienen.
Ondersteunende en ontzorgende aanpak energiebesparing en opwek van duurzame energie voor VVE's
Op 8 november 2018 heeft de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting voor 2019 een motie aangenomen waarin het college wordt verzocht om VvE's in Diemen te ondersteunen bij het verduurzamen van hun panden. In de informatie van college van 4 juli 2019 is de aanpak toegelicht. De aanpak bestaat uit de volgende punten:
organiseren van werksessies voor VvE bestuurders over het meekrijgen van de VvE, het inrichten van het proces en de technische en financiële aspecten die erbij komen kijken
ondersteuning van VvE-bestuurders via een gratis (door de gemeente gesubsidieerd advies) door een gespecialiseerde consultant
organiseren van een gezamenlijke inkoopactie voor VvE’s
de beleidsadviseur energietransitie is het aanspreekpunt voor de vragen vanuit de VvE besturen
Ecologische structuur van Diemen kwalitatief in kaart brengen en op basis hiervan een ecologische kansenkaart ontwikkelen
Bij het opstellen van het natuurbeleid van Diemen in 2009 is de ecologische structuur van Diemen goed in kaart gebracht. Diverse knelpunten hierin zijn benoemd en grotendeels aangepakt. Er is nu echter ook behoefte aan om meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van de structuur. Enerzijds om deze op zwakke punten te kunnen versterken. Anderzijds om bij stedelijke ontwikkelingen goed in beeld te hebben wat de huidige kwaliteit is en hoe deze ondanks de ontwikkeling te behouden en zo mogelijk te versterken.
In 2019 wordt een begin gemaakt met het kwalitatief in kaart brengen van de huidige ecologische structuur. In 2020 wordt dit voor de rest van Diemen gerealiseerd. Vervolgstap is het opstellen van een kansenkaart voor verbeteringen van de ecologische structuur in samenhang met de thema’s vergroenen, klimaatadaptatie, etc.